Heel wat afval is meer waard dan dat u denkt. Zelfs met uw (metaal)spanen en uw slijpsel kan u als maakbedrijf aan de slag!
Na een proces van verspaning blijft er meestal tot 30 % afval over. Dit afval is samen met ander metaal in te leveren bij een schroothandelaar. De schroothandelaar verdient hiermee en de klant krijgt een bedrag hiervoor. Het metaal wordt dan in een fabriek weer tot een nieuw eindproduct omgesmolten.
De regelgeving voor de afvalverwerker wordt verstrengd, waardoor er vloeistofdichte vloeren, voorzien van afvoer- en koolwaterstofafscheider verplicht worden. Hoewel dit (nog) niet verplicht is voor productiebedrijven, is het raadzaam om ook verontreiniging door onvrijwillige lozing van emulsies (bijv. door een lekkende afvalcontainer) te voorkomen. In vele bedrijven komen dergelijke onvrijwillige lozingen voor op de plaatsen waar de spanen worden opgevangen, over gekiept in containers, tijdelijk gestockeerd,… Kosten voor een bodemsanering kunnen snel oplopen door de nodige studies, het opbreken van de vloer, monstering, testen, sanering, het aanleggen van een nieuwe vloer, de impact van dit alles op operationele activiteiten, …
Als case nemen we een West-Vlaams bedrijf dat hooggelegeerd staal verspaant tot onderdelen voor de luchtvaart.
Aangepaste infrastructuur
Het spaanafval vanuit de freesprocessen – in het bedrijf in kwestie jaarlijks zo'n 80.000 kg - wordt opgevangen in manueel verrijdbare, vloeistofdichte kunststofbakken. Deze worden sinds 2014 naar een compacteerinstallatie gebracht die bestaat uit een uitleksysteem, spanenbreker en briketteermachine. Het geheel staat op een waterdichte vloer, voorzien van een antislipcoating om een veilige werkplek te verzekeren. Zo kan het bedrijf correct spanen verwijderen met een minimale impact op het milieu.
De selectieprocedure van de installatie bestond onder andere uit een functionele test en dit vanuit een worst-case scenario (op basis van de aard en het volume van de spanen). Hiermee werd de dimensionering bepaald. Het was noodzakelijk om het personeel op te leiden, met bijzondere aandacht voor het belang van de zuiverheid van de spanen en het voorkomen van onvrijwillige lozingen. Het operationele beheer van de machine werd toegekend aan twee operatoren die eigenaarschap opnemen voor de kwalitatieve spaanverwerking.
Meerwaarde
De investering in de installatie wordt niet rechtstreeks terugverdiend door de hogere opbrengst van de materialen, maar heeft zijn grootse meerwaarde in een veiligere, nettere werkomgeving en bovenal, het reduceert het risico op onvrijwillige bodemverontreiniging tot bijna nul. Daarenboven worden ook lekken tijdens transport naar de schrootverwerker vermeden, waardoor ook daar het risico op gevolgschade wordt gereduceerd.
De HSE coordinator bij het bedrijf deelt zijn leerervaring: “Denk na over interne en externe logistiek en de mogelijk onvrijwillige emissie die dat met zich kan meebrengen. Door alles bovengronds en dus zichtbaar te houden, verklein je het risico op laattijdige detectie van mogelijke problemen. Daarom hebben wij extra aandacht besteed aan mogelijke lekken van emulsie zoals een vloeistofdichte vloer, een extra antislipcoating, opslagtanks met overvulbeveiliging, alarmsignalen, overdekte opslag, … Bijkomend hebben we een periodiek onderhoudsplan (5S) en reinigingsplan opgezet om de volledige installatie net te houden en snel mogelijke onregelmatigheden te kunnen detecteren.”
Op het event kwamen nog andere specifieke thema’s aan het licht waarvoor er wel vraag is naar goede praktijkvoorbeelden. Zo werd het afval van slijpprocessen als een knelpunt naar voor geschoven. Ook het potentieel van hergebruik van emulsies op basis van synthetische smeermiddelen vraagt extra aandacht.
Deze Cirkeltip kwam tot stand binnen het door VLAIO gesubsidieerde project AFVALorisatie van Agoria en Sirris in samenwerking met de OVAM.